De naaimachine: Praktijkopdracht


Een naaimachine gebruikt een mechanische techniek om stoffen aan elkaar te naaien of te versieren. In tegenstelling tot naaien met de hand, maakt de naaimachine gebruik van twee draden garens, de bovendraad en de onderdraad. De bovendraad loopt vanaf het garenklos tot aan de naald, net boven de stof. De onderdraad is opgewonden op een spoel dat onder de stof ligt. De naald (bovendraad) maakt een op en neer gaande beweging door de stof heen en vormt onder de stof een lus met de spoel (onderdraad). Je kan verschillende steeksoorten, steeklengtes en spanningen instellen. 

Naast de uitleg van de verschillende steeksoorten en steeklengtes, krijg je ook praktijkvoorbeelden en filmpjes te zien waarin je kan zien hoe je:

  • een bovendraad klaarzet;
  • een onderdraad rijgt;
  • een onderdraad klaarzet;
  • de spanning aanpast. 

Meld aan of registreer om dit leermiddel volledig te bekijken

Registreren vraagt maar één minuut.
Leraren delen lesmateriaal en -inspiratie met jou
  • gratis lesmateriaal;
  • voor alle leeftijden en vakken;
  • makkelijk doorzoekbaar op lesonderwerp.
Registreer   Veilig en gratis
Je bent al lid?
vzw de creatieve stem
Organisatie

Ontdek ook