-
Maken of doen?: Uitleg verschil met oefening
In deze presentatie wordt het verschil tussen maken en doen uitgelegd. Aan het einde is er een invuloefening voor de cursisten.
Downloadbaar lesmateriaalNieuwLeerkracht -
Wanneer gebruik je er?:Uitlegvideo
In deze video leer je de vier manieren om het woordje er te gebruiken in het Nederlands: presentatief, locatief, kwantitatief en prepositioneel.
VideoLeerkracht -
Medisch materiaal: Draaikaartjes
Oefening met tien basiswoorden uit de zorg, zoals de naald, de bloeddrukmeter, de weegschaal ...
De cursist formuleert het juiste woord met het artikel (lidwoord) bij de foto.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Nieuwsconsumptie van de Vlaming: Luister-en schrijfoefening
Tekst die gebruikt kan worden voor de werkvorm dictoglos waarbij de cursist eerst luistert naar een tekst en er dan over schrijft.
Downloadbaar lesmateriaalLeerkracht -
Hoe antwoord je op vragen van de verpleegkundige?: Spreekoefening
Interactieve spreekoefening waarbij de cursist antwoordt op vragen van de verpleegkundige in het ziekenhuis.
De cursist krijgt zeven vragen waarop hij/zij positief of negatief kan antwoorden. Hij/zij spreekt het antwoord in en krijgt onmiddellijk …
Interactieve oefeningLeerkracht -
Medisch materiaal: Kruiswoordraadsel
Kruiswoordraadsel met tien basiswoorden uit de zorg, zoals de naald, de bloeddrukmeter, de weegschaal ...
Interactieve oefeningLeerkracht -
Medisch materiaal: Woordzoeker
Woordzoeker met tien basiswoorden uit de zorg, zoals de naald, de bloeddrukmeter, de weegschaal ...
Interactieve oefeningLeerkracht -
Medisch materiaal: Memory
Memoryspel met tien basiswoorden uit de zorg, zoals de naald, de bloeddrukmeter, de weegschaal ...
De cursist combineert de foto met het juiste woord.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Medisch materiaal: Invuloefening met foto's
Oefening met tien basiswoorden uit de zorg, zoals de naald, de bloeddrukmeter, de weegschaal ...
De cursist schrijft het juiste voorwerp met het artikel (lidwoord) bij de foto.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Welk gereedschap is het?: Draaikaartjes
Oefening met tien basiswoorden uit de bouw, zoals hamer, zaag, tang ...
De cursist schrijft het juiste voorwerp met artikel (lidwoord) bij de foto.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Welk gereedschap is het?: Invuloefening met foto's
Oefening met tien basiswoorden uit de bouw, zoals hamer, zaag, tang ...
De cursist schrijft het juiste voorwerp met artikel (lidwoord) bij de foto.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Welk gereedschap hoort bij welke foto?: Kruiswoordraadsel
Kruiswoordraadsel met tienbasiswoorden uit de bouw, zoals hamer, zaag, tang ...
De cursist vult het juiste gereedschap in bij de foto.
Interactieve oefeningLeerkracht